Agent Olga Kuiper van Valcucine:

De positie van de Italiaanse keukens heeft in het afgelopen decennium heel wat veranderingen ondergaan. Het merk Valcucine van Olga Kuiper kon daarbij echter duidelijk staande blijven. Voor de toekomst komen er wellicht nog twee of vier keukenzaken met Valcucine bij. We ontmoeten Olga Kuiper thuis in haar eigen Valcucine keuken. “Ik verwacht dat het marktaandeel van de Italiaanse keukens in ons land weer iets groter zal worden.”

Loopbaan

tot 1988 – studie Voorlichtingskunde aan HBO Wageningen: enerzijds een financieel-economische richting, anderzijds een praktische studie, waaronder het testen van keukens 
1988 – 1997: werkzaam in de buitendienst bij Nationale Nederlanden als pensioenadviseur 
sinds 1997 – Nederlands agentschap van Valcucine

“Van kinds af aan ben ik een kookfanaat. Op zevenjarige leeftijd maakte ik iedere zondag al eten voor negen personen bij ons thuis. Dat ik uiteindelijk voor de keukenbranche koos, was voor mij dan ook niet vreemd. Anderen keken echter raar op van mijn keuze, want ik had destijds een heel goede baan bij Nationale Nederlanden, als tussenpersoon van de verzekeringsmaatschappij en haar klanten. Daarin heb ik veel geleerd voor mijn huidige werk als agent voor Valcucine.
De overstap naar de keukenbranche maakte ik in 1997. Ik had mij inmiddels geabonneerd op vakblad KIM en had daaruit goede ideeën en adressen verzameld en daarmee ben ik ‘de boer op gegaan’. De eerste dag had ik al bij zeven bedrijven heel goede en hartelijke gesprekken met importeurs en eigenaren van bedrijven die exclusieve merken verkopen, zoals Boffi. Ik wilde nergens in loondienst, maar wel veel leren van deze mensen. En al binnen veertien dagen kwam ik – via bedrijven als Smeg en Woon & Werkkeuken in Amsterdam – bij Valcucine terecht.”

Marktpositie

“De positie van Italiaanse keukens is in Nederland gedurende die afgelopen tien jaar behoorlijk veranderd. Het marktaandeel van 15 procent destijds is sterk teruggelopen. Maar met het merk Valcucine bevind ik me aan de top van de markt. Het is een bijzonder, op zichzelf staand merk en qua concept niet vergelijkbaar met anderen. Voor dit merk is er de afgelopen jaren dus niet zoveel veranderd. De veranderingen vonden met name plaats in het midden en lage segment. De enorme bestorming van de markt die er destijds was, moest zich in de praktijk ontwikkelen. De Italiaanse fabrieken moesten gaan uitleveren en aan allerlei Nederlandse voorwaarden voldoen, op gebied van kwaliteitseisen, op tijd uitleveren en organisatie van de export. Een aantal daarvan heeft dat helaas niet gered. Sommigen hebben gewoon hun huiswerk niet goed gedaan. Er kwamen nieuwe merken op de markt die vervolgens weer verdwenen. Dat leverde voor de Italiaanse keukens soms een wat beroerd imago op. Maar uiteindelijk ben ik daar niet rouwig om. Valcucine heeft zich al jaren gespecialiseerd in ecologische productie en ergonomische ontwerpen. Al in 1980 was dit merk bezig met keukens in het genre waarin het nu sterk is. De kwaliteit en het ontwerp van de deuren was destijds al vooruitstrevend en sindsdien – op enkele nuances na – onveranderd. Dat geldt voor het hele concept van deze keukens.”

Designklassiekers

“De Italiaanse keuken heeft zich, ondanks alles, blijvend ontwikkeld tot een echt Italiaans designproduct. De Italiaan heeft zich steeds meer weten te onderscheiden van bijvoorbeeld de Duitse markt. De echte designklassiekers behouden hun waarde. Om je een idee te geven: ik heb hier in de woonkamer een ‘Artifort’ bankje; dat is een tweedehands bankje dat ik gewoon ergens op straat zag staan. Ik heb dat in huis gehaald en opnieuw bekleed, omdat het om design gaat dat blijft. Het is tijdloos en veroudert niet snel.
De Italiaanse keukenmerken die nu nog op de Nederlandse markt over zijn, hebben een goede naam. Van de keukenzaken die Italiaanse merken verkopen hoor ik, dat ze over hun merken tevreden zijn: over de leveringen en de kwaliteit. De kinderziektes die er vroeger waren, zijn er vrijwel niet meer. Er is een goede band tussen de Nederlandse agenten en de Italiaanse fabrieken. Goede resultaten krijg je alleen door een goede samenwerking, zowel vanuit de fabriek als vanuit de agent. Er waren nogal eens moeilijkheden, doordat een Nederlander naast zijn agentschap nog iets anders wilde doen, zoals een eigen keukenzaak. Dat kan spanningen opleveren tussen hem en de andere dealers. Ikzelf zou daar nooit voor kiezen, want ik wil onafhankelijkheid. Ik ga soms dwars voor mijn dealers liggen naar de fabriek toe: zo willen we het hebben en niet anders. Maar andersom kan ik ook dwars voor de fabriek gaan liggen en opkomen voor de policy en het beleid van de fabriek. Dat vind ik een prettige, onafhankelijke positie. Tegelijkertijd ben ik dol op dit merk, maar ik ben er niet mee getrouwd; dat biedt mij de ruimte om eventueel te kunnen zeggen: tot hier en niet verder. Dat geeft een bevrijdend gevoel en dat is juist weer de basis van mijn prettige samenwerking en een open houding met Valcucine.”

Onderscheiden

“Italianen brengen nog steeds de allermooiste, originele designproducten voor het hogere segment. Je kunt Italiaanse keukens en Duitse keukens eigenlijk niet met elkaar vergelijken. Wanneer een klant bij ons komt en vraagt naar de kwaliteit van een schouwkap binnen ons programma, dan kan ik hem eerlijk antwoorden dat hij goed werkt. Maar tevens moet de koper zich wel realiseren dat Duitse afzuigkappen van een heel andere orde zijn. Een Italiaan ontwerpt een schouwkap en zoekt er een motor bij; een Duitser ontwikkelt een motor en bouwt er een kap omheen. Italianen zetten nog steeds de toon op designgebied en daar kan de hele keukenbranche van meeprofiteren.
Keukens van Valcucine onderscheiden zich wat design betreft weer van de andere merken door het gebruik van duurzame volkern materialen, herkenbare elementen en de fijne belijningen. De verfijndheid komt overal in de keukens terug. En daarnaast kan het merk, vanwege de nadruk op ergonomie ook iedere werkhoogte leveren. Het feit, dat vervolgens bijvoorbeeld Duitse merken zoiets proberen na te maken, is eigenlijk een compliment. Het bewijst het gelijk van Valcucine. Gerd Bulthaup zei eens tegen me dat hij jaloers op onze keukens was. Ik antwoordde hem, dat wij juist weer jaloers waren op het marketingapparaat van Bulthaup.”

Dealers

“We hebben momenteel acht dealers in Nederland die Valcucine verkopen. Dat kunnen er nooit tachtig worden, want het gaat bij ons om een op zichzelf staand concept. Het hoeven er bovendien niet zoveel te worden, want consumenten die op zoek zijn naar een Valcucine-keuken willen daar best een eindje voor rijden. Het aantal dealers zal hoogstens tot tien of twaalf worden uitgebreid; meer is niet nodig. Zaken die onze keukens verkopen, moeten het ook goed verkopen. Ze moeten wel aan dit specifieke topsegment toe zijn; je kunt er immers ook niet zomaar een willekeurig ander merk naast zetten. We willen dus vooral investeren in de bestaande zaken. Kitchen Technics, onze dealer in Alkmaar, gaat zich bijvoorbeeld voortaan presenteren als Habitat Valcucine. De ene Valcucine-zaak zal zich manifesteren door middel van kunstexposities en een ander weer door kookdemonstraties. Doe wat bij je past!”

Marketingconcept

“Nu het economisch weer wat beter gaat, is de Nederlandse consument bereid weer wat extra uit te geven aan design. Dat geldt vooral voor het hogere segment, want keukens uit het lagere en middensegment zijn veel eenvoudiger in Duitsland na te bouwen. Ik verwacht dan ook dat het marktaandeel van de Italiaanse keukens in ons land weer iets groter zal worden. En daarin kunnen we als Valcucine ook een rol spelen. Zo zijn we in Alkmaar een onderdeel geworden van een grote woon-designzaak. Dergelijke ontwikkelingen zullen zich vaker voordoen. Valcucine heeft ook tafels, stoelen en kastensystemen als onderdeel van een totaalconcept. Binnen een jaar komen daar ook badkamers bij. Dat keuken-woonkamer-badkamerconcept van Valcucine kan perfect inspelen op de toekomstige ontwikkelingen. Bij het maken van een marketingconcept is het voor ieder van onze zaken belangrijk om contacten te leggen met een goede woonwinkel, een goede vloerenzaak en een goede textielzaak. Je kunt van elkaar leren over hoe je klanten in je winkel krijgt, maar ook elkaar de klanten doorverwijzen of zelfs samen adverteren. Klanten uit ons hoge segment hebben vaak weinig tijd en hebben tegelijkertijd behoefte aan stijlbewaking. Een totaal woonadvies wordt dus steeds belangrijker.”

Bron: 

KIM Keuken & -Interieur Magazine maart 2007