Het is nog vroeg op een heerlijke warme nazomeravond. Aan het gepingel van mijn WhatsApp te horen, is er hoge nood. Hola, 24 berichten van onze vriendenclub: ʻEven bijkletsen na de zomervakantie met een geïmproviseerde borrel op ons terras, omdat we zoveel ruimte hebben?ʼ
Even later is het goed toeven met zʼn allen. Een vriend, die ik lang niet gezien heb, staat naast me in onze open keuken, hij opent de grote lades één voor één. Zoek je wat? “Nee joh, wat lopen die lades verrekte soepel zeg”, zucht hij. “Nicole en ik zijn al een tijd aan het zoeken naar een nieuwe keuken, maar we zijn even klaar, afgeknapt…” Hé, waarop dan, vraag ik? “Op mooie praatjes zonder een echt luisterend oor voor onze wensen. Ze komen allemaal met hun eigen opzet. Ik ben bang dat ik straks een keuken heb waar ik helemaal niet bij mee ben! Ik kan mʼn centen maar één keer uitgeven Ol!”
Op dat soort momenten krijg ik last van plaatsvervangende schaamte omdat ik me zo verbonden voel met de keukenbranche. Hoe is het mogelijk dat zoʼn mooi product nog steeds zo beroerd geadviseerd wordt in een tijd waarin de consument kritischer is dan ooit en zijn euro drie keer om moet draaien?
Hoe komen onze vrienden bij uw keukenzaak vandaan? Een kritische blik naar uzelf: bent u net zo behoudend als de detailhandel waar Fred Constant jarenlang meubels voor produceerde, maar die niet openstond voor zijn noviteiten? Of richt u zich net als Fred op de wensen van de hedendaagse consument, wat hem bepaald geen windeieren legt? Een consument die zichzelf eerst uitgebreid oriënteert op internet en zijn munt nog eens omdraait voordat hij hem uitgeeft.
Zoals Bob Brilman terecht aangeeft op de voorgaande pagina: internet is geen bedreiging voor de keukenmarkt, het is een feit. En wees gerust, de keuken is een veelzijdig tastbaar product: na de oriëntatie op internet, waarbij uw up-to-date website opvalt, volgt het bezoek aan uw showroom, die de presentatie op de site zo mogelijk overtreft. Wow, de klant wil materiaal voelen, beleven en aandacht voor zijn wensen! Hij laat zich vervolgens graag verassen door uw ideeën.
Zucht: wat een mooi beroep hebben wij toch en we kunnen ons nog zoveel ontwikkelen. Het is me op mijn lijf geschreven: openstaan om te leren totdat ik stop met ademen.
Olga Kuiper